Door Myrthe van Dijk
Datum: 24-11-2003
Leuke concertprogramma's bedenken is een kunst op zich, temeer als er beperkende randvoorwaarden zijn. Bij een amateur-kamerkoor moet rekening worden gehouden met de technische haalbaarheid van de stukken, de toegankelijkheid van de muziek, en de afweging tussen instrumentaal begeleide stukken of a cappella gezongen composities. Dat laatste, koorzang zonder begeleiding, stelt extra eisen aan de concentratie en precisie van een koor.
Het Haarlems Klein Koor heeft het land Spanje als rode draad genomen en daaruit een smaakvol en afwisselend programma samengesteld. En hoewel ze het zichzelf niet gemakkelijk hebben gemaakt, slagen de zangers van het koor erin om de gekozen werken voldoende uit de verf te laten komen.
In drie motetten van de 16de-eeuwse componist Cristobal de Morales vormt de complexe meerstemmigheid geen belemmering voor een natuurlijk stromende interpretatie. Op vergelijkbare wijze volgen de 'close' samenklanken elkaar vloeiend op in twee composities van Federico Mompou. Hoewel deze componist 450 jaar later leefde dan Morales, brengen het religieuze 'Ave Maria' en het 'Cantar del Alma' (Lied van de ziel) geen breuk in de muzikale sfeer. Er wordt dan ook onder meer gezongen op een mystieke tekst uit de 16de eeuw, over de eeuwige bron waaraan hemel en aarde zich laven. Een klein groepje sopranen zingt een terugkerende hoofdmelodie die aan Gregoriaans doet denken, waarbij de gepolijste eenstemmigheid opvalt. Jammer dat het koor antwoordt met glijdende inzetjes, een euvel dat ook in andere werken soms de kop opsteekt.
Een aangename afwisseling wordt gebracht met werken van de 19de eeuwse componist Oscar Espla. Deze autodidact liet zich het liefst inspireren door Spaanse volksmuziek, en dat is in het bruisende, feestelijke lied 'De la marina' goed te horen. Het stelt weer andere eisen aan het koor: snelheid zonder verlies van precisie. Dit lukt heel aardig onder de rustige maar duidelijke gebaren van dirigente Paulien Roos.
Het zegt wellicht iets over het Haarlems Klein Koor dat het zonder instrumentale begeleiding zorgvuldiger klinkt dan samen met gitarist Henk van Lingen in een cyclus van Mario Castelnuovo-Tedesco. In dit geval is de tekst en het onderwerp Spaans. De Italiaanse componist zette zes gedichten van Federico García Lorca op muziek. Vooral in energieke liederen als 'Baile' (Dans) en 'Crótalo' (Castagnetten) keert de scherpte in het koor weer terug. Het is een overtuigende afsluiting van een origineel en onderhoudend concert - helaas het laatste onder leiding van Paulien Roos.
Bron: Haarlems Dagblad